Begrippenlijst
B
-
BasisondersteuningBasisondersteuning is hulp die iedere school in ieder geval moet kunnen bieden voor alle leerlingen. Denk bij voorbeeld aan hulp bij lees- of rekenproblemen. In de schoolgids van de school staat beschreven wat de basisondersteuning van de school inhoudt. Ook staat vaak aangegeven welke extra ondersteuning de school ook nog kan bieden. De mogelijkheden voor extra ondersteuning kunnen per school verschillen.
E
-
ErvaringsdeskundigenErvaringsdeskundigen zijn mensen die hun eigen praktijkervaring inzetten om anderen te helpen. In dit geval gaat het om ouders en jongeren die veel ervaring hebben met passend onderwijs. Vaak uit eigen situatie of die van hun kind(eren).Ze zijn onafhankelijk en kunnen zich goed verplaatsen in ouders en jongeren die vragen hebben over passend onderwijs.
-
Extra ondersteuningWanner er meer nodig is dan de basisondersteuning, noemen we dit extra ondersteuning. In de schoolgids van de school staat beschreven welke extra hulp de school kan bieden. Dit kan voor iedere school verschillend zijn.
H
-
HandelingsdeelHet handelingsdeel is onderdeel van het ontwikkelingsperspectief voor een leerling. In dit onderdeel staat concreet beschreven wat de school voor een leerling aan ondersteuning gaat bieden. Voor iedere leerling in het regulier onderwijs moet de school een OPP opstellen als er meer ondersteuning nodig is dan de basisondersteuning van de school. In het (V)SO hebben alle leerlingen een OPP. Scholen en ouders moeten overleg voeren over dit OPP. Ouders hebben recht van instemming op het handelingsdeel van het OPP. Dit betekent dat ouders het eens moeten zijn met de ondersteuning die school in gaat zetten. Met de invoering van het hoorrecht per 1-8-2025 moeten scholen ook leerlingen betrekken in wat er in hun OPP wordt opgeschreven.
-
HoorrechtVanaf 1 augustus 2025 moeten scholen met ouders èn leerlingen praten over het OPP (Ontwikkelingsperspectief). Dit geldt voor alle leerlingen in het regulier onderwijs die meer ondersteuning nodig hebben dan de basisondersteuning van school èn voor alle leerlingen in het (voortgezet) speciaal onderwijs, praktijkonderwijs en speciaal basisonderwijs. Ouders hebben altijd instemmingsrecht op het handelingsgedeelte van het OPP, dat is het deel waarin concreet beschreven staat hoe de hulp aan de leerling er uit ziet voor een bepaalde periode. In bijgaande brochure is meer te lezen over het hoorrecht: https://www.steunpuntpassendonderwijs-povo.nl/wp-content/uploads/2025/01/Factsheet-hoorrecht_versie-1-juli-2025.pdf?utm_medium=email
I
-
InstemmingsrechtDe school moet ouders altijd om hun instemming vragen over het handelingsdeel van het ontwikkelingsperspectief (OPP) over het kind. In dat gedeelte staat concreet beschreven wat de school aan ondersteuning gaat bieden in een bepaalde periode Dat heet het instemmingsrecht.
-
Intern begeleiderDe intern begeleider (of IB’er) houdt zich op school bezig met leerlingenzorg en ondersteuning aan het schoolteam. De precieze taken kunnen per school verschillen. In het voortgezet onderwijs heet deze functionaris zorg- of ondersteuningscoördinator.
J
-
JeugdhulpJeugdhulp is ondersteuning voor jeugdigen en hun ouders bij problemen rond opgroeien en opvoeden, zoals gedragsproblemen, psychische of psychosociale problemen, of een verstandelijke beperking. Het kan gaan om verschillende vormen van hulp, van opvoedondersteuning thuis en jeugd-ggz tot intensievere zorg zoals pleegzorg of gesloten jeugdhulp, en wordt georganiseerd via gemeenten onder de Jeugdwet.
L
-
LeerlingdossierDe school bewaart informatie over leerlingen in het leerlingdossier. Daarin staan de administratieve gegevens van een leerling, en ook gegevens over de ondersteuning en begeleiding van de leerling. Op de website van Ouders & Onderwijs leest u hier meer informatie over: https://oudersenonderwijs.nl/kennisbank/privacy-en-leerlinggegevens/leerlinggegevens/inhoud-leerlingdossier/
-
LeerlingenvervoerVervoer voor kinderen die niet zelf naar school kunnen, noem je leerlingenvervoer. Het gaat om kinderen die bijvoorbeeld door een handicap, ziekte of gedragsproblemen niet zelfstandig kunnen reizen. Leerlingenvervoer kan worden aangevraagd bij de gemeente waar uw kind woont. De gemeente stelt voorwaarden aan leerlingvervoer, het is dus niet vanzelfsprekend dat uw kind leerlingvervoer krijgt. Wanneer u denkt dat uw kind leerlingvervoer nodig heeft of gaat hebben, is het verstandig hiervoor tijdig contact te zoeken met de gemeente.
-
LeerlingvolgsysteemDe school houdt gegevens over de leerlingen bij in een leerlingvolgsysteem. Dit gaat over administratieve gegevens, cijfers en resultaten, aanwezigheid en informatie over ondersteuning en begeleiding van de leerling. Meer informatie leest u op de website van Ouders & Onderwijs: https://oudersenonderwijs.nl/kennisbank/privacy-en-leerlinggegevens/leerlinggegevens/inhoud-leerlingdossier/
-
LeerplichtambtenaarEen leerplichtambtenaar is een medewerker van de gemeente die toezicht houdt op de naleving van de leerplichtwet. Hun taken omvatten het controleren of kinderen naar school gaan, het adviseren van ouders en scholen, het onderzoeken van verzuim, en het in uiterste gevallen handhaven van de wet. Ze werken samen met de school en andere instanties om oplossingen te vinden voor leerlingen die dreigen uit te vallen.
-
Leerwegondersteunend OnderwijsVoor vmbo-leerlingen die extra hulp nodig hebben om hun diploma te halen, is er een pakket met ondersteuning beschikbaar. Dat noem je leerwegondersteunend onderwijs (LWOO). De school bepaalt hoe die ondersteuning er precies uitziet. Het kan gaan om bijvoorbeeld huiswerkbegeleiding, training of kleinere klassen.
O
-
OndersteuningsplanAlle scholen maken sinds de invoering van de wet passend onderwijs, deel uit van een samenwerkingsverband. Deze scholen moeten er samen voor zorgen dat er voor de leerlingen in hun regio passend onderwijs is. In het ondersteuningsplan beschrijft het samenwerkingsverband hoe hier aan gewerkt wordt, hoe de scholen hun ondersteuningsaanbod op elkaar afstemmen en hoe er wordt samengewerkt in de regio met gemeenten en jeugdhulpinstellingen.
-
Ontwikkelingsperspectief (OPP)Voor iedere leerling in het regulier onderwijs die meer nodig heeft dan de basisondersteuning, maken scholen een plan. Dit plan heet het ontwikkelingsperspectiefplan. In het (voortgezet) speciaal onderwijs, speciaal basisonderwijs en praktijkonderwijs hebben alle leerlingen een OPP. In het OPP staat beschreven waar de leerling goed in is, waar nog extra ondersteuning bij nodig is, welke informatie nodig is om daaraan te werken en aan welke doelen wordt gewerkt. Het ontwikkelingsperspectief bestaat vaak uit een beschrijving van dingen die al goed gaan en nog niet, het uitstroomperspectief en het handelingsgedeelte. In het handelingsgedeelte staan de concrete acties beschreven rondom de ondersteuning die de school gaat bieden. Ouders hebben instemmingsrecht op dit handelingsgedeelte. In het uitstroomprofiel staat wat er na deze vorm van onderwijs gaat gebeuren. In het basisonderwijs staat dan beschreven wat voor soort vervolgonderwijs de leerling in het voortgezet onderwijs gaat doen: bijvoorbeeld VMBO, havo, praktijkonderwijs. In het voort gezet onderwijs wordt bij het uitstroomprofiel aangegeven wat haalbaar is voor de leerling na afloop van het voortgezet onderwijs: vervolgonderwijs (bijvoorbeeld MBO, HBO, universiteit), (beschutte)arbeid of dagbesteding.
P
-
Passend onderwijsPassend onderwijs is een wet uit 2014 die ervoor zorgt dat elk kind, ook als het extra ondersteuning nodig heeft, een plek krijgt op een school die bij het kind past. Scholen moeten ervoor zorgen dat leerlingen de juiste hulp krijgen, hetzij binnen het reguliere onderwijs, hetzij, indien nodig, in het speciaal onderwijs. De school waar een leerling wordt aangemeld, heeft zorgplicht. Dat betekent dat de school moet onderzoeken wat er voor de leerling nodig is aan ondersteuning en of zij de goede plek zijn om die extra ondersteuning te bieden. Als de school dat niet zelf kan, gaat deze samen met ouders op zoek naar een school die dat wel kan.
-
PraktijkonderwijsPraktijkscholen zijn middelbare scholen voor leerlingen die het beste leren door te dóen. Leerlingen krijgen in het praktijkonderwijs veel begeleiding in kleine klassen. Na het praktijkonderwijs gaan leerlingen praktisch werk doen in bijvoorbeeld de techniek, zorg, persoonlijke verzorging of horeca. Doorstromen naar MBO 1 of 2 niveau is ook mogelijk. Voor de toelating tot het prakijkonderwijs is een toelaatbaarheidsverklaring nodig. Deze wordt aangevraagd bij het samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband bepaalt of de leerling in aanmerking komt voor praktijkonderwijs.
R
-
Remedial teacherRemedial teachers zijn bevoegde leerkrachten die extra ondersteuning geven aan leerlingen met bepaalde leer- of gedragsproblemen.
S
-
SamenwerkingsverbandSinds de invoering van de wet op het passend onderwijs (2014) maken alle scholen in Nederland deel uit van een samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband is een groep van scholen die in de regio samenwerking om voor alle leerlingen in hun regio passend onderwijs te bieden. In het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband wordt beschreven hoe ze dit doen. Samenwerkingsverbanden zijn verschillend georganiseerd. Sommige samenwerkingsverbanden hebben eigen medewerkers en deskundigen in dienst, andere samenwerkingsverbanden organiseren alle ondersteuning in de scholen zelf. Let op: de reformatorische scholen in Nederland zijn georganiseerd in 2 landelijke samenwerkingsverbanden, een voor primair onderwijs en een voor voortgezet onderwijs.
-
SchoolbestuurSchoolbesturen dragen de eindverantwoordelijkheid voor alle beslissingen die over de school gaan. Vaak vallen onder één bestuur meerdere scholen. Schoolbesturen hebben zorgplicht. Dit betekent dat alle kinderen die zich hebben aangemeld of ingeschreven bij de school, passend onderwijs moeten krijgen. Dat hoeft niet altijd op een school van dat bestuur te zijn. Een schoolbestuur kan ook een andere school vinden die beter in staat is om hulp te bieden.
-
Schoolondersteuningsprofiel (SOP)Een schoolondersteuningsprofiel (SOP) is een document waarin een school beschrijft welke basis- en extra ondersteuning het kan bieden aan leerlingen. Het legt de structuur van de ondersteuning vast, inclusief de middelen, protocollen en deskundigheid die beschikbaar zijn. Vanaf 1 augustus 2025 is het SOP als apart document vervallen. In de schoolgids staat het ondersteuningsaanbod van de school en hoe dit georganiseerd is.
-
Speciaal basisonderwijs (SBO)De scholen binnen het SBO zijn bedoeld voor onder andere moeilijk lerende kinderen, kinderen met opvoedingsproblemen en kinderen met gedragsproblemen. De kerndoelen in het SBO zijn hetzelfde als die in het reguliere basisonderwijs. In het SBO krijgen de leerlingen meer tijd om die doelen te halen, zijn de groepen kleiner en zijn er meer deskundigen om de leerlingen te helpen met leren. Voor de toelating tot het SBO is een toelaatbaarheidsverklaring van het samenwerkingsverband nodig.
-
Speciaal onderwijs (SO)Het SO is niet hetzelfde als het SBO: het SO is ingericht voor kinderen met extra (leer) behoeften en kinderen die specialistische ondersteuning nodig hebben. De overheid heeft de scholen voor SO ondergebracht in vier clusters. Cluster 3 en 4 scholen zijn onderdeel van de samenwerkingsverbanden passend onderwijs. Voor de toelating tot het SO cluster 3 en 4 is een toelaatbaarheidsverklaring nodig. Cluster 1 en 2 zijn landelijk georganiseerd en vallen dus niet onder het samenwerkingsverband. Cluster 1: onderwijs voor kinderen met een visuele beperking. Cluster 2: onderwijs voor dove, slechthorende kinderen of met een taal-spraakontwikkelingsstoornis. Cluster 3: onderwijs voor kinderen die moeilijk leren en/of een beperking hebben. Cluster 4: onderwijs voor kinderen met psychische stoornissen en gedragsproblemen.
-
StartkwalificatieEen startkwalificatie is een diploma op mbo- (niveau 2 of hoger), havo- of vwo-niveau. Het is het minimale onderwijsniveau dat nodig is om deel te nemen aan de arbeidsmarkt of vervolgonderwijs. Het is dus belangrijk dat jongeren een startkwalificatie halen. Een jongere zonder een dergelijk diploma is tot de leeftijd van 23 jaar in principe verplicht om onderwijs te volgen. Dat heet kwalificatieplicht.
T
-
Toelaatbaarheidsverklaring (TLV)Voor de toelating tot het speciaal (basis)onderwijs, voortgezet speciaal onderwijs en praktijkonderwijs is een toelaatbaarheidsverklaring nodig. Dit zijn soorten onderwijs voor leerlingen die speciale ondersteuning nodig hebben om hun onderwijs te kunnen volgen. Een toelaatbaarheidsverklaring is een beoordeling door het samenwerkingsverband of de leerling in aanmerking komt voor de aangevraagde soort onderwijs. Een aangevraagde toelaatbaarheidsverklaring wordt bij het SWV beoordeeld door twee onafhankelijke deskundigen, zoals een orthopedagoog, psycholoog, arts, kinderpsychiater of maatschappelijk werker. Als een TLV wordt toegekend, kunnen de ouders hun kind inschrijven op een school voor S(B)O /VSO / Praktijkonderwijs. In principe hebben de ouders recht om zelf deze school te kiezen. Wel is het zo dat scholen zich vaak gespecialiseerd hebben. Gemeenten kunnen leerlingvervoer toekennen voor leerlingen met een TLV. Wel is het zo dat gemeenten hier voorwaarden aan stellen, bijvoorbeeld aan de reisafstand tot de school. Wanneer u denkt dat uw kind leerlingvervoer nodig heeft/ gaat hebben, is het verstandig om op tijd contact te leggen met de gemeente waar uw kind woont.
V
-
Voortgezet speciaal onderwijs (vso)Het voortgezet speciaal onderwijs is voor leerlingen die méér extra hulp nodig hebben dan een reguliere school kan geven. De klassen zijn meestal kleiner en er wordt minder van lokaal gewisseld. Ook is er meer extra hulp. De leerdoelen kunnen anders zijn dan op een reguliere school en ook moeten leerlingen soms op een andere manier eindexamen doen. Scholen voor VSO hebben allemaal een verschillend onderwijsaanbod, vaak voor verschillende doelgroepen. Voor de toelating tot het VSO is eerst een toelaatbaarheidsverklaring nodig van het samenwerkingsverband. De huidige school van uw kind of het samenwerkingsverband kan meedenken over een passende school voor VSO voor uw kind.
-
VrijstellingSoms kan een kind dat leerplichtig is toch niet naar school. Bijvoorbeeld door lichamelijke of psychische problemen. Of doordat de wijze van lesgeven niet past bij de behoeften van het kind. In uitzonderingssituaties kan er dan (tijdelijk) een vrijstelling gegeven worden. Deze vrijstelling wordt aangevraagd bij de afdeling leerplicht van de gemeente waar uw kind woont. Een vrijstelling is soms een (tijdelijke) oplossing, maar vaak ook niet. Terugkeren naar het onderwijs kan lastig zijn. Daarom zijn gemeenten terughoudend met het afgeven van vrijstellingen.
Z
-
ZorgcoördinatorDe zorgcoördinator (ook wel ondersteuningscoördinator) is een medewerker van school die zich bezighoudt met ondersteuning aan leerlingen en het schoolteam. De precieze taken verschillen per school. In het basisonderwijs heet deze medewerker vaak intern begeleider.
-
ZorgplichtHet bestuur van een school is verplicht om iedere leerling die is ingeschreven of aangemeld, passend onderwijs te geven. Dat noemen we de zorgplicht. De school kan die hulp niet altijd zelf bieden. Dan moet het bestuur helpen om een passende school te vinden voor de leerling.
